Volgens het stemkohier van 1828 waren toen de eigenaren van sate 26: Trijntje Lolkes voor 1/2, Boke, Franke, Grietje, Sibbeltje en Antje Andries Zwaga 1/2.
In het eerste kadaster van 1832 staan ze omschreven als de erven Cornelis Bokkes. Bij de scheiding van de bezittingen in 1836 (Trijntje Lolkes stierf in 1833) valt de plaats toe aan Grietje Andries Zwaga en haar echtgenoot Heere Andries Andringa.
Stemkohier van 1838: Grietje Andries Zwaga, echte huisvrouwe van Heere Andringa; gebruiker: Eit Harmens de Vries
Wanneer in 1846 de pastorijzathe 27 wordt verkocht, grijpen de Andringa's hun kans. Het deel oostelijk van de Tsjerkereed wordt aangekocht door Heere Andringa en daarmee in feite toegevoegd aan sate 26. Het gebied ten westen daarvan wordt door zijn zwager Tjibbe Andries Andringa bij sate 28/29 getrokken.
Na de dood van Heere in 1864 gaat de sate over naar de kinderen Antje, Andries, Kornelis en Bokke Heeres Andringa, en uiteindelijk in 1868 naar Kornelis. In 1879 wordt het terrein opnieuw verkaveld en wordt een behoorlijke vergroting van de boerderij uitgevoerd.
In 1881 wordt de sate aangekocht door Andries Tjibbes Andringa, die daarmee eigenaar wordt van de gehele Tsjerkebuert, sates 26 t/m 32Oost! Na zijn dood worden twee kleindochters, Sjoukje en Antje Tjibbes Andringa eigenaars van deze sate, na een nieuwe scheiding van goederen in 1917 Antje Andringa en haar man Jelle Bakker. Zij nemen een rigoureuze beslissing: het bedrijfsgedeelte van de boerderij wordt afgebroken (zie hieronder, links) en er komt een fraaie nieuwe boerderij aan de overkant van de weg, naast de pastorie (rechts).
De villa-achtige boerderij op de luchtfoto brandde in 1990 af, de rechterfoto geeft de huidige situatie weer.
Ten zuiden van de vaart
Het deel van de sate aan de zuidkant is in 1832 eigendom van Folkert Gerrits Bouma, hij was getrouwd met Trijntje Ybes Veenstra, een nicht van Antje Lolkes. Hij had de grond in 1826 van zijn schoonmoeder, de wed. IJbe Lolkes, gekocht voor fl.1095. Het benodigde geld leende hij van Antje Lokes. De hier liggende percelen zijn iets breder dan die aan de noordkant, dat komt doordat ze hier in de loop der jaren verenigd zijn met de percelen van de zeer smalle sate 25 ten oosten ervan. Strikt genomen staat de bijbehorende boerderij aan de vaart dan ook niet op uitgang 26.
De percelen weiland werden in 1846 en 1853 aangekocht door Tjibbe A. Andringa en nog meer grond en het huis in 1863. De laatste transactie ging om een bedrag van fl.1800. Alles bleef daarna via vererving in de familie, totdat Jelle Bakker en Antje Andringa het gebied in 1959 verkochten aan Keimpe Douma. Na de emigratie van deze familie werd Sieds Zoodsma eigenaar.
Hieronder kadasterafbeeldingen uit 1832, 1855, 1879 en 1977. Daaronder nog de boerderij in 1959 met het bijbehorende land, en dan de huidige situatie.
Langs de wijk
Het zuidelijker gelegen perceel heide langs de wijk bleef in het bezit van Folkert Bouma. Het werd rond 1855 ontgonnen en uiteindelijk verdeeld over zijn vier kinderen: Gerrit, Helmig, Aaltje en Akke.
Gerrit kreeg het voorste stuk en bouwde er in 1852 een huis. In 1882 werd Thae Lyckle Stoker voor fl.995 eigenaar, in 1927 Douwe Jans de Jong. In 1908 is er nog nieuwbouw gepleegd.
Het deel ten zuiden daarvan ging naar zijn broer Helmig. Ook hij bouwde er in 1860 een huis en later nog een tweede, weer wat zuidelijker. Het eerst huis werd meer het bedrijfspand, later aangeduid als schuur, erf en weiland. Beide kwamen uiteindelijk in 1887 in bezit van Gooitzen H. de Vries, later van diens zoon Jan Gooitzens. In 1960 was Thijs Visser eigenaar.
Tegenwoordig is deze situatie in gemoderniseerde vorm nog te herkennen in de panden Tjalling Harkeswei 92 en 93.
De twee volgende percelen gingen naar de dochters Aaltje, dienstmeid te Ureterp, en Akke. Ook Aaltje bouwde een huisje aan de vaart, dat ze in 1885 verkocht aan haar neef Folkert G.Bouma. In 1918 werd de familie Brugt van Wallinga eigenaar, in 1953 opgevolgd door Eize Fokkema. Die liet in 1959 het huis afbreken, het land ging naar Jan Remmelts Klaver.
Ook Akke, later getrouwd met Albert Postma, bouwde een huis, net voorbij het einde van de wijk. In 1917 werd Mindert Jans Aardema eigenaar. Hij sloopte het huis in 1935 en bouwde wat noordelijker een nieuw huis. Momenteel is dit het pand Tjalling Harkeswei 94.
Hieronder het huis van Gerrit, de twee huizen van Helmig, het (gesloopte) huis van Aaltje en het oude en nieuwe huis op het perceel van Akke. Daaronder dan de huidige situatie.